Ubirr

13-Jun-2016

Op 3 juni hebben we het mooie Queensland verlaten, nog net voordat daar het noodweer zou gaan uitbarsten. Enorme regenval en hoge golven hebben met name rond Sydney voor grote schade gezorgd. Maar niet alleen daar, ook tot in Brisbane en zelfs in Tasmanië zijn delen overstroomd. 


Daar hadden wij in de Northern Territory, na onze vlucht naar Darwin, geen last van. Maar wel van extreme hitte. Het zou hier het koelere seizoen moeten zijn, met een graad of 22, volgens een lokale gids. Op dit moment is het 34-36 graden, met maximaal 25 graden ’s nachts. ’s Ochtends tot een uur of 10 is het nog relatief aangenaam en kun je nog iets doen. Maar vanaf 11 uur wordt het al zo bloedheet dat een wandeling echt niet meer te doen is. En dat blijft zo tot de zon onder gaat. 

Ze adviseren hier om 6 tot 8 liter water per dag te drinken. Maar ik weet niet hoe je die hoeveelheid weg zou moeten krijgen… Wij komen tot een liter of 2,5… misschien 3. 

Large img 4241

Cairns vanuit de lucht.


Large img 4254

Rechts in het midden is de inham van de Daintree river, waar wij vlak boven zaten. 


Onze vlucht kwam rond 7 uur ’s avonds aan en op dat moment vonden we het warm, maar acceptabel.  Omdat het al donker was en we pas in de ochtend onze gehuurde camper konden ophalen, hadden we het dichtstbijzijnde hotel geboekt dat we konden vinden. Met het idee, het is toch maar voor 1 nachtje, dus alles wat een bed heeft is oke. Tsja, dat was weer een mooi leermomentje. Het hotel bleek, ondanks allerlei positieve recensies op internet, niet helemaal wat we ervan verwachtten. Laat ik het zo zeggen, wij waren de enigen die er kwamen om daadwerkelijk te slapen. Voor de rest hebben we mogen luisteren naar alle herrie van onze buurmannen en hun bezoeksters van plezier. Zelfs Tiaz zei voor het eerst dat hij zijn bedje niet leuk vond (hoewel hij grotendeels door alle herrie heen heeft geslapen) en we vonden hem de volgende ochtend op de grond naast zijn bed met zijn knuffels. Hij vond het blijkbaar zo niet leuk, dat hij liever op de grond lag. 


Met frisse moed gingen we op 4 juni dus onze campervan halen. Dat verliep allemaal soepeltjes, alleen toen we ermee wegreden, kwam al meteen de la met borden en kopjes naar buiten vallen. Dit keer lag dat niet aan Yvonnes rijstijl, maar het kastje was gewoon stuk en klemde niet meer dicht. Daarnaast waren ze ons vergeten de luifel mee te geven, dus we zijn ’s middags nog even teruggegaan en toen hebben ze alles netjes opgelost. 

 

Ach ja, een kapot kastje daar valt nog wel mee te leven. Een kapotte airco zou een stuk rampzaliger zijn in deze hitte. Dat overkwam andere mensen die we onderweg tegenkwamen. En dat ontdek je pas zodra je op een camping komt en de stroom aansluit, dat kun je niet eerder testen. Wij hebben de eerste nacht geprobeerd om zonder airco te slapen, omdat dat ding nogal herrie maakt. Maar toen werd het binnen 27 graden en dreven we ons bed uit… Halverwege de nacht dus toch maar de airco aan. Dat betekende ook meteen dat we niet konden gaan kamperen op campings zonder stroom, of bushcampings. 


Verder zou de camper speciaal ontworpen moeten zijn voor gezinnen met 1 kind. Maar er zitten toch wel een aantal zeer onpraktische kanten aan dit model camper. Ten eerste, als de luifel opgeklapt staat, dan kan de zijdeur niet meer open. Ten tweede, als het bed voor het kind opengeklapt staat, en het kind dus slaapt, dan kun je alleen nog via de achterdeuren naar binnen. Maar, daar hebben ze een verticale, 35 centimeter lange plank boven de gehele breedte van het bed gemaakt, waardoor je vrij lenig moet zijn om daar nog overheen naar binnen te klimmen. Nou zijn wij dat, maar handig is anders. 


Opbergruimte is ook zo’n ding in deze camper, want dat is er vrijwel niet. Het is allemaal net wat te klein en te krapjes voor met z’n drieën. Voor twee weken is het allemaal net te doen, maar een volgende keer zouden we toch kijken naar een iets ruimer model. 


Nu ik dit schrijf zijn we ook bijna aan het einde van die twee weken en zijn we (ikzelf met name) ook wel klaar met het steeds maar over de camping zeulen met je shampoo. Of dat je staat te douchen, terwijl een andere campinggast naast je haar diarree uitbaggert in de wc. Of dat je op een krap stuk beton moet kamperen, in de blazende airco van de buurman. 


Gelukkig hebben ze daar op sommige plekken wat op gevonden en kun je voor een klein beetje meer geld, je eigen badkamer bij je campingplek krijgen. Soms zelfs met eigen wasmachine en afwasruimte. Best wel ideaal. 


Een ander ding wat we na 10 dagen ontdekken, is dat de camper toch al wel erg vaak gebruikt is en met wat houtje-touwtje reparaties aan elkaar lijkt te hangen. Het begon met dat kastje en een kapotte sluiting, vervolgens bleek dat het afvalwater niet wegloopt. We hebben een zuiger gekocht en het doorgespoten met water, maar de meter geeft nog steeds aan dat hij driekwart vol zou zitten. Nou hadden we net met Maui geregeld dat we daar niet moeilijk over hoeven te doen en zij dat oplossen als we de camper over een paar dagen terugbrengen. En vervolgens breekt dezelfde avond de hendel af, waarmee je van de voorste stoel het bedje voor Tiaz kan maken. Het is duidelijk dat dat al vaker gebeurd is, want hij zat nog maar met drie schroeven vast en de olie die uit de binnenkant van de hendel komt, zat ook op de lakens die we hadden gekregen. Gelukkig zijn wij enigszins handig en kunnen we het zelf een beetje oplossen. Maar dit ding is zo verbogen, dat we hem voor dit moment niet meer kunnen gebruiken. Dat betekent dat we vanaf nu elke ochtend die hendel erop moeten schroeven om de voorstoel vast te kunnen zetten. Maar eenmaal vast, krijg je hem niet meer los, dus elke avond moet die hendel er weer afgeschroefd worden om een bed te kunnen maken. Gelukkig is het nog maar twee nachten… Maar wel een beetje jammer dat we bewust wat extra hebben betaald voor een auto van maximaal 2 jaar oud, in plaats van een auto tussen de 5 en 10 jaar oud, om er vervolgens achter te komen dat deze ook al wel aardig afgeragd is. Aan de andere kant, wie weet wat voor ellende we met zo’n nog oudere auto hadden gehad…


Wat zeker niet verveelt, is het elke dag barbecuen. Binnen koken is sowieso geen optie in deze hitte. Alleen mag het volgens Mark eigenlijk geen barbecuen heten, wat die Aussies doen, want het lijkt in niets op de sappige kippetjes van de Weberbarbecue met kooltjes. Ze grillen hier gewoon op een grillplaat met gas eronder. Maar goed, het idee is leuk. 


Large img 4271

Vanaf Darwin zijn we op 4 juni naar Mary River gereden, waar we een leuke camping aan de rivier vonden. We konden er een beetje wandelen, maar uiteraard niet te dicht bij de waterrand. 


We merkten ook meteen toen we met de camper rondreden dat we automatisch zijn opgenomen in het selecte genootschap der campervanners, die elkaar volgens goed gebruik gedag zwaaien bij het voorbijrijden. Behalve als je een Apollo camper hebt, dan ben je blijkbaar een klasse apart. En ook de mensen met caravans zijn toch duidelijk een hogere rang, maar met een vriendelijke zwaai willen die nog wel eens terugzwaaien. 




Large dsc 7138

Een krokodillenkreekje bij Mary River.


Large dsc 7142

De volgende dag zijn we doorgereden naar Kakadu National Park, toch wel de hoofdreden voor ons bezoek aan deze regio. Kakadu wordt erg gepromoot als dè prime wildlife spotting location. Maar eigenlijk gaat het meer om de culturele waarde van het park (rotstekeningen van Aboriginals) en voor de meeste dieren is het veel te heet, dus tijdens wandelingen zie je weinig tot niks. Opvallend is ook dat volgens de meest recente Lonely Planet de entreeprijs 25 dollar per persoon voor 14 dagen zou moeten zijn, terwijl de prijs nu al gestegen is naar 40 dollar per persoon voor 7 dagen. We hadden een beetje pech met de weersomstandigheden van dit moment. Niet alleen vanwege de ongebruikelijke hitte voor de tijd van het jaar, maar ook omdat er in het eerste deel van het droge seizoen meer regen is gevallen dan in het hele natte seizoen. Dat maakt dat er in april nog meerdere flash floods zijn geweest, waardoor rivieren buiten hun oevers zijn getreden en dat is nog niet overal opgedroogd. Dat betekent ook dat de krokodillen hun leefgebied hebben uitgebreid naar allerlei kleine kreekjes, meertjes, billabongs en andere kleine watertjes. Als dat allemaal weer opdroogt, dan trekken de krokodillen weer terug naar de grote rivier, of worden een handje geholpen door de rangers. Maar voor nu betekent het dat heel veel wandelingen en paden nog afgesloten zijn, omdat het nu eenmaal te gevaarlijk is. 


Zelfs al zou er wel meer open zijn, dan nog kun je als bezoeker maar een heel klein gedeelte van het bijna 20.000 vierkante kilometer grote natuurpark zien. Er zijn maar heel beperkt gebieden open voor bezoekers en de meeste toeristen komen met een tour, waarmee je in een fourwheeldrive bus de outback in gaat. Ook die tours komen niet veel verder trouwens, ze gaan allemaal naar dezelfde plekken. We hebben ons er nog even in verdiept om de afweging te maken om ook een tour te doen, maar je betaalt je helemaal blauw (minimaal 500 dollar voor twee personen voor een paar uur in het park) en je zit gezellig opgepropt in een bus vol toeristen. 

Vooral als je ook Arnhemland in wil, dan kun je helemaal diep in je portemonnee gaan graven en dan ga je maar liefst 15 kilometer over de grens van Arnhemland, naar een centrum waar kunst gemaakt en verkocht wordt. Het is allemaal een onwijze toeristische poppenkast en er gaat vooral erg veel geld in om. 


We kozen een camping in Jabiru, de laatste plek met een camping met stroom en voorzieningen als supermarkt en benzinetankstation. Op zich was het een prima camping en we hadden een mooie schaduwrijke plek direct naast de toiletten en douches. Enige nadeel was dat we vlak naast een enorm groene mierennest stonden, die beten als je in de buurt kwam. En we zaten onder een boom, waar na zonsondergang tientallen vliegende honden kwamen hangen en die poepten en piesten alles onder. We konden nog net schuilen onder ons luifeltje van 1 bij 2 meter. We vonden ze eerst zo leuk, maar inmiddels kunnen we die stinkbeesten niet meer zien… 


We zijn begonnen met een dagtrip naar Ubirr, om te wandelen langs oude rotstekeningen en naar een uitzichtpunt. Dat was op zich leuk, al hebben wij (nog altijd cultuurbarbaren) weinig met die rotstekeningen. Het is leuk om wat verhalen er achter te horen of te lezen, maar om er echt de waarde van in te kunnen zien, moet je je helemaal gaan verdiepen in het geloof en de traditionele verhalen van de Aboriginals, wat eigenlijk een religie op zich is. Wij kijken er naar, zoals we ook naar een kerk of een moskee zouden kijken. Het idee dat sommige tekeningen duizenden jaren oud zijn (tot wel 50.000 jaar oud) is leuk, maar vaak is er van die tekeningen ook niet veel meer overgebleven dan wat rode vegen en een simplistisch figuurtje. Of er staan vijf vissen naast elkaar en dat is dan voor antropologen meesterlijk interessant, want dan weten ze dat er 50.000 jaar geleden ook al vis gevangen werd… Tsja, soms vraag je je af of de Aboriginals van nu niet gewoon stiekem een kindertekening hebben achtergelaten en stiekem achter de bosjes staan te lachen om al die gekke toeristen die maar foto’s staan te maken en doen alsof ze onder de indruk zijn…


Large dsc 7181



Large dsc 7153



Large dsc 7149



Large dsc 7198

Het uitzichtpunt vonden we een stuk interessanter en was 360 graden met bijzonder mooi uitzicht. Het wordt geadviseerd om hier vooral tijdens zonsondergang te zijn, omdat je dan de rotsen ziet verkleuren en dan zou het uitzicht nog mooier zijn. Maar dat betekent dat je tussen de hordes toeristen op die rotsen zit, in het donker naar beneden moet klimmen en ook in het donker terug moet rijden naar de camping, wat weer geen aanrader is vanwege loslopende kangoeroes, wilde zwijnen, buffels, enz. Dus wij vonden het uitzicht overdag ook wel prima.


Large dsc 7203



Large 20160606 103710



Large 20160606 102623



Large 20160606 103615



Large 20160606 103435



Large dsc 7222

We hadden al snel door dat de enige prettige en effectieve manier om wat te zien van Kakadu, vooral vanwege de hitte, een boottrip is. Voor 6 juni hebben we dus een boottocht geboekt over de East Alligator river. Uiteraard zitten hier geen alligators, maar er is altijd wel een domme ontdekkingsreiziger die zo’n foute naam geeft en dat staat dan voor altijd vast. Zo gaat dat nou eenmaal. 


De boottocht was wel erg interessant en wordt geleid door Aboriginals uit Arnhemland, die onderweg vanalles over hun cultuur en gebruiken vertellen. Het is wel fascinerend om te horen hoe die mensen nog steeds op de traditionele wijze leven, door te jagen en te verzamelen, met speren die ze maken van verschillende soorten hout en steen, door te leven van wat het land biedt en door gebruik te maken van de seizoenen en weersomstandigheden. Het is bijna niet voor te stellen dat er nog steeds mensen zijn die zo leven als 1000 jaar geleden, maar deze mensen doen dat toch wel zo ongeveer. Tegelijkertijd zien wij als toeristen maar een heel klein deel van hun cultuur en levenswijze, want voor de rest zitten alle Aboriginal communities achter hekken en borden waar groot “Keep out!” en “residents only” op staat. Ook heel Arnhemland is op die manier ontoegankelijk voor buitenstaanders, behalve die paar kilometer die aan toerbedrijfjes zijn toegewezen. Enerzijds is het begrijpelijk dat ze op die manier hun land, cultuur en levenswijze willen beschermen tegen de invloeden van buitenaf, anderzijds maakt dat het voor buitenstaanders ook lastig om die cultuur te begrijpen en erin in te leven. In plaats daarvan is het straatbeeld in de grotere steden in de Northern Territory vol met dronken zwervers en verlopen types van Aboriginal afkomst. Dat zijn degenen die tussen de twee levenswijzen en culturen in hangen en eigenlijk nergens hebben kunnen integreren, de verloren generatie. Dat is dan ook het algemene beeld dat blijft hangen van Aboriginals, terwijl de “echte”  Aboriginals zich achter een gesloten gemeenschap verbergen en zich alleen mondjesmaat vertonen als gids aan een groepje goedbetalende toeristen. Dat is voor ons vooral een contrast met hoe de Maori’s in Nieuw Zeeland zich presenteren, maar ook anders dan we bijvoorbeeld in Afrika of Zuid- en Midden Amerika hebben gezien. Waar de meeste van die bijzondere culturen zich met trots presenteren en graag hun manier van leven willen delen met de buitenwereld, lijken de Aboriginals vooral vanuit historie beschadigd te zijn door die witte Balandas (niet-Aboriginals) die hun land hebben afgepakt. Pas vanaf 1978 hebben ze stukje bij beetje, na langdradige, jarenlange processen van bewijsvoering aan de Australische overheid dat ze al honderden jaren in bezit waren geweest van dat land, hun eigen land teruggekregen. Maar vervolgens hebben ze dat land weer moeten verpachten aan diezelfde overheid, die het dan via een nationaal park beschermt. Zo werd het dan een soort van win-win-situatie, hoewel het niet geheel vrijwillig vanuit de Aboriginals lijkt te komen. Maar nu krijgen ze er in ieder geval geld voor en ze kunnen een veto uitbrengen of invloed uitoefenen op de manier waarop de overheid het nationale park beheert. 


Maar, een belangrijk hoogtepunt voor ons boottripje, was natuurlijk het spotten van meerdere krokodillen.


Large dsc 7229



Large dsc 7232

En er waren er weer genoeg.


Large dsc 7238



Large dsc 7258

Uitzichtje over de rivier.


Large dsc 7267

Onderweg kwamen we nog rotstekeningen tegen van catfish.


Large dsc 7299



Large dsc 7304

We mochten nog even aan land op Arnhemland, waar we een klein stukje konden lopen en uitleg kregen over speren. 


Large dsc 7306



Large dsc 7333

De rest van de middag zijn we gaan zitten bij de rivierovergang tussen Kakadu en Arnhemland, waar je bij laag water doorheen kunt rijden, hoewel wij dat met onze camper niet aan zouden durven. 


Large dsc 7525

Als het hoog water wordt, dan verandert de stroomrichting van de rivier opeens en stijgt het water verbazingwekkend hard, tot de overgang 1 grote rivier is en het diepste punt een meter is.


Large dsc 7339

Zo ziet het er dus bij laag water uit, waar vrachtwagens doorheen rijden.


Large dsc 7246

En hier een vrachtwagen die er doorheen rijdt, terwijl een krokodil op de voorgrond zwemt.


Large dsc 7390

Bij die rivierovergang was een mooi uitzichtpunt, waar je rustig (en veilig) kon kijken naar langszwemmende krokodillen. En je hoeft niet lang te wachten om er 1 te zien, want ze zijn echt overal. 


Large dsc 7399

Deze zwommen heel grappig met hun poten als drijvers in de stroming. 


Large dsc 7539

Of misschien zwaaide hij wel naar ons :-).


Large dsc 7386



Large dsc 7392

Van een afstandje is het soms lastig om ze te vinden en te onderscheiden van drijvende stukken hout. 


Large dsc 7425



Large dsc 7490

Ze hangen graag in de ruigere golven, waar ze alleen hun bek open hoeven te doen en dan zwemmen de vissen vanzelf naar binnen. 


Large dsc 7464 1



Large dsc 7520



Large dsc 7428



Large dsc 7507



Large dsc 7501



Large dsc 7485



Large dsc 7443

Ook bijzonder om te zien dat mensen daar dan gewoon gaan vissen, midden tussen de krokodillen…

Dat gaat dus wel eens mis...