Op 23 februari zijn we gaan wandelen door Kings Park in Perth. Het was een beetje regenachtig weer, dus veel foto's hebben we niet gemaakt.
Op 24 februari gingen we naar het vliegveld van Perth, met het idee dat we daar informatie en hulp konden krijgen bij het huren van een auto. Dat idee bleek hopeloos ouderwets, want er werd ons bij de balie verteld dat ze best voor ons wilde kijken, maar de prijzen aan de balie zijn sowieso altijd hoger dan die we zelf via internet kunnen boeken… Dus we konden kiezen: of bellen met een kantoor, of via internet zelf boeken… Hoezo service? Bellen kunnen we niet, want we hebben geen lokale simkaart. En de informatie op de website was enigszins wazig en gaf verschillende tarieven, zonder dat er bij werd verteld wat gedekt was met dat bedrag. Maar goed, het was duidelijk dat we bij deze “servicebalie” ook niet veel wijzer zouden worden. Deze dame was alleen van de pick-ups en meer moest je haar ook niet vragen.
Dus al wachtende op ons check-in voor het vliegtuig hebben we maar even wat gesurft op het internet en iets geboekt wat er oke uitzag. We hadden nog 1001 opties, maar we waren klaar met zoeken en prijsvergelijken, soms moet je gewoon maar een knoop doorhakken. Dus, we rijden nu een bijzonder fijne Toyota Rav4 en het is een prima wagentje. We hebben hem voor een maand gehuurd en de bedoeling is dat we tegen die tijd bij Melbourne zijn en dan naar Tasmanië vliegen. Op Tasmanië regelen we dan weer een nieuw vervoermiddel en als we terugvliegen naar Melbourne kunnen we vanaf daar voor wat langere tijd een auto huren om mee langs de oostkust te rijden.
Vervolgens zijn we met Jetstar van Perth naar Adelaide gevlogen. Jetstar is de Ryanair van Australië, maar dan zo mogelijk met nog minder service en klantvriendelijkheid. Net als bij Ryanair adverteren ze met allerlei aanbiedingen, die vervolgens alleen geldig zijn op specifieke data en als je een koffer mee wil nemen, dan betaal je al snel een stuk meer. Kindvriendelijk waren ze ook niet bepaald, want we mochten de buggy niet meenemen naar de gate. De dame achter de balie snauwde wat dat we die maar moesten inleveren bij de oversized baggage. Zucht. Maar het goeie nieuws was wel dat we er niet ook nog extra voor hoefden te betalen…
Vervolgens werden we bij de gate tegengehouden, omdat we Tiaz zonder schoenen naar binnen wilden dragen. Het beleid was dat kinderen schoenen aan moesten, ook al werden ze gedragen. Dubbel zucht.
Toen Mark bij het instappen een foto van het vliegtuig wilde maken, werden we opnieuw aangesproken, want er werd ook getankt op dat moment en dan mag je je mobiel niet gebruiken. Maar het is verder wel hartstikke veilig om dan 200 mensen te laten boarden in het vliegtuig… Bij KLM moesten we toch echt het vliegtuig uit toen er getankt moest worden en er pas weer in toen het tanken klaar was.
Goed, 2,5 uur later en nog geen glaasje water gekregen, stonden we dan op Adelaide airport.
Ons appartement was maar een paar minuten rijden van het vliegveld, dus dat was gezien de aankomsttijd van 22:00 uur ’s avonds wel prettig. Onze verblijfplaats was eigenlijk een kruising tussen een appartement en een motel en qua inrichting was het een beetje een kale boel. Het enige verschil met de kamers die per uur verhuurd worden was dat er een keuken en woonkamer in zat, zeg maar. Maar goed, de locatie was praktisch en aan de overkant van de straat was een mooi strand en een speeltuin voor Tiaz. Dus voor een paar nachten was het prima te doen daar.
De volgende dag zijn we boodschappen gaan doen, want we moesten een flinke voorraad inslaan voor Kangaroo Island, waar niet veel supermarkten zijn, zeker niet aan de westkant, waar wij zouden zitten. Verder hebben we in Adelaide wat genoten van het strand (maar het waaide en het water was koud, dus zwemmen was geen optie). En we zijn een dagje naar de River Torrens gereden en hebben wat gewandeld in het park.
Op 27 februari vertrokken we ’s ochtends vroeg naar Cape Jervis, waar onze veerboot naar Kangaroo Island vertrok. Tiaz vindt het heel leuk om naar bootjes te kijken, maar hij heeft ook duidelijk de zeebenen van zijn vader. Dus op het bootje vond hij het een stuk minder leuk en gelukkig was het maar drie kwartier varen. We weten nu zeker dat de boot naar Tasmanië geen optie is, want 10 uur lang met een groene Tiaz op zee lijkt ons geen feestje. We hebben hem letterlijk drie kwartier er doorheen moeten kletsen en af moeten leiden, op het dek, frisse wind door de haren. Dat is verder gelukkig ook goed gegaan.
Parkeren op de veerboot was ook nog wel enigszins spannend, want ze parkeren zo strak, dat je de buitenspiegels moet inklappen en als je niet op tijd uitstapt zit je vastgeparkeerd. Het ging af en toe maar net goed. Wij kregen nog een extra moeilijkheidsfactor erbij, want we moesten ook nog achter een paal parkeren (onze auto is de middelste bovenaan de foto). Maar we zijn er schadevrij doorheen gekomen :-).
Aangekomen op Kangaroo Island moesten we nog zo’n anderhalf uur rijden naar het westen, naar ons huisje op een camping, direct naast een nationaal park. Die rit was meteen al supermooi, het hele eiland is eigenlijk 1 groot natuurpark. Dat betekent ook dat je heel voorzichtig moet rijden, want je hebt zo een kangoeroe, wallaby, goanna of echidna onder je wielen hangen. De vele lijken langs de weg bewijzen dat wel. Rijden voor zonsopkomst of na zonsondergang wordt dan ook afgeraden. Maar ook overdag moet je echt oppassen.
We waren helemaal blij met ons huisje en de plek waar die staat. Helemaal aan de rand van de camping, met uitzicht op weide, bomen en vooral veel dieren overal om ons heen. De koala’s (of zoals Tiaz zegt: kolala) kangoeroes, wallabies, felgekleurde parkieten, zwarte en roze kaketoes, (of zoals Tiaz zegt: gogeltjes) possums (soort wasbeertjes), alles leeft en beweegt rondom ons huisje.
Na een paar dagen liep Tiaz al zelf weg bij ons huisje en zei: “Ikke kangoeroetjes kijken”. Hij vond het fantastisch.
En ’s avonds verschijnt er een superheldere sterrenhemel, omdat het hier verder helemaal donker is. Zo onwijs mooi, met vallende sterren en al.
We hebben dit eiland meteen in onze top 3 van Australië gezet. Bij Mark staat het op 1 (tot op heden), bij Yvonne op 3 (omdat ik er vanuit ga dat er nog meer mooie plekken gaan komen op onze reis :-)).
Het koelt hier ’s avonds wel flink af, tot een graad of 10. Dus buiten zitten ’s avonds doe je niet in je t-shirt. Ook in het huisje wordt het fris, waardoor het ’s ochtends best lastig is om op te staan. Gelukkig kunnen we dan meestal met het ontbijt opwarmen in het ochtendzonnetje.