Op 14 mei zijn we naar de volgende bestemming, Eungella, gereden, via de Finch Hatton Gorge.
Daar was een wat spannende weg, die in andere omstandigheden alleen voor 4wd auto’s geschikt is. Nu waren de riviertjes nog laag genoeg voor ons om doorheen te kunnen rijden.
Tenminste, tot we opeens een andere afslag hadden genomen en we door een wel hele ruige rivierbedding moesten rijden. Dat durfden we toch niet aan met onze huurauto… Zou een beetje jammer zijn als we Budget straks moeten vertellen dat we hun verkochte auto total loss in een riviertje hebben geparkeerd….
In Eungella hadden we weer een erg mooi appartement met uitzicht over het dal.
’s Avonds kwamen de lelijke (en zeer giftige) cane toads tevoorschijn.
Op 15 mei zijn we het nationale park van Eungella in gegaan, naar de trekpleister Broken River. Daar zijn de vogelbekdieren te zien, met name bij zonsopkomst en aan het einde van de middag, maar als je geluk hebt zie je ze ook op andere momenten.
In eerste instantie zagen wij alleen heel veel schildpadden.
Het kabbelende riviertje.
Maar vroeg in de middag lieten de vogelbekdieren zich op 2 plekken kort zien en wisten we dus zeker dat ze er zaten. Dus zijn we wat langer in de namiddag gebleven om nog wat meer te zoeken en na lang wachten en op meerdere plekken zoeken, kwamen we eindelijk een stuk of drie tegen, die aan het zwemmen waren. Ze waren wat kleiner dan in Tasmanië en wat verder weg ook, maar toch leuk om ze weer even in het wild gezien te hebben.
Uitzicht vanaf de Sky mirror viewpoint.
De tweede dag in Eungella zijn we in de buurt van ons huisje een aantal wandelingen in het nationale park gaan doen. Dat was erg mooi, door koel tropisch regenwoud, met veel palmen en geen enkele andere toerist.
Een tree arch.
Alleen in plaats dat wij wilde dieren vonden, vonden de wilde dieren ons. De bloedzuigers in dit geval. Hoewel het niet de meest schadelijke dieren zijn die je tegen kunt komen, zijn ze ook niet aantrekkelijk om aan je been te hebben hangen, zeker niet als het op het been van een klein jongetje is. Gelukkig liet dat exemplaar los voordat hij zich vol kon zuigen en konden we die gemakkelijk weghalen en de benen volledig afdekken met kleren. Tiaz was er verder niet erg van onder de indruk en kon er enthousiast over vertellen. Hij maakt wat mee hier.
Mark had geen lange broek aan en vond er kort daarna ook een aan zijn been, dus daarna liepen we toch een stuk minder comfortabel. En plassen in de bosjes was ook meteen geen optie meer :-). Hollend naar huis haha.
Nogmaals het uitzicht vanaf ons huisje.
Op 17 mei hadden we weer een hele lange reisdag, met ook nog wel enige tijdsdruk, want we moesten een veerboot halen. We hadden ruim de tijd genomen voor de reis, zodat we niet hoefden te haasten en ook nog tijd over hadden om een half uur om te rijden voor benzine en een paar verkeerde afslagen op aanraden van de verwarde navigatie te nemen.
Vanaf Townsville zijn we in een half uurtje met Fantasea ferries naar Magnetic Island gevaren. Daar hadden we een heerlijk rustige cottage in de Picnic Bay. En eindelijk begint het echt tropisch te voelen! Niet kouder dan 25 graden ’s nachts (op dit moment, maar de minimale jaarlijkse temperatuur is 16 graden) en 320 dagen per jaar zon. Kijk, dat begint er op te lijken. Daar kunnen wij wel wat mee.
Bij aankomst hadden we eigenlijk al het gevoel dat de drie geboekte nachten niet genoeg zou zijn, zelfs al is het eiland zelf maar heel klein. Je bent in een kwartier aan de andere kant van het eiland en er is maar 1 weg. Maar ja, we hadden al wel de veerboot retour geboekt.
Ach ja, 1 telefoontje en de retourdatum werd aangepast. Alleen onze cottage was niet meer beschikbaar na 3 nachten, dus we moesten enigszins gehaast op zoek naar wat anders. Hier hadden we even wat pech.
De allereerste accommodatie die we hadden willen boeken, bleek na afloop van het boeken op booking.com niet meer beschikbaar, omdat de kalender niet was bijgewerkt.
Nu we verder moesten zoeken, bleek de eigenaar van de tweede keuze op vakantie in het buitenland en onbereikbaar. Na telefoontjes met het makelaarskantoor die de verhuur coördineert, was het niet te regelen dat we daar in konden.
De derde keuze leek wel beschikbaar, maar achteraf bleek dat de eigenaar er zelf verbleef en ze kregen het niet meer voor elkaar om op korte termijn het huis schoon en klaar voor verhuur te krijgen.
Dus nu hebben we een alternatief gevonden in een appartementencomplex, wat iets minder idyllisch en rustiek en privé is, maar verder prima zou moeten voldoen en in ieder geval beschikbaar is. Weer even uitzoekwerk en geregel dus, maar dat hoort blijkbaar bij deze reis. Nu we er eenmaal zijn blijken we de enigen in het complex (van drie appartementen) te zijn, met een zwembad alleen voor onszelf voor de deur, in een mooie tuin. We hebben twee badkamers, een volledige keuken, en behalve wifi eigenlijk weer niks te klagen, misschien zelfs iets luxer dan het vorige huisje, alleen wat minder rustiek en moderner.
Magnetic Island zelf is gewoon een fijn eiland, heerlijk klimaat, allerlei baaien (goeie temperatuur zeewater), snorkelplekken (deel van de Great Barrier Reef) en grotendeels nationaal park. Helaas is maar een klein deel van dat nationale park toegankelijk en valt tot nu toe het aantal dieren dat we hebben gezien wat tegen. De oostkust zou de grootste koala populatie van noord Australië moeten hebben, maar we hebben er nog niet 1 kunnen vinden.
In de dorpjes zouden possums alle huizen bezoeken, maar ook nog niet 1 gezien.
We hebben wel grote fruitbats in de tuin, enorme mierenkolonies op het aanrecht, veel muggen dag en nacht en wat watervogels gezien, maar daar houdt het wel mee op.
Er wonen 2000 mensen op het eiland, maar het grootste gedeelte is vakantiehuisjes, resorts en appartementencomplexen. Het lijkt behoorlijk laagseizoen te zijn, want er zijn wel toeristen, maar de stranden zijn niet heel druk en restaurants zijn voornamelijk in de weekenden open. Doordeweeks is de keuze aan restaurants erg beperkt, zoals we gisteren ontdekten. We hadden juist besloten om deze paar dagen eens niet zelf te koken en af te wassen, ook om dan even gratis wifi in een restaurant te kunnen gebruiken. Maar er bleek dus erg weinig keuze en veel was gesloten. Na een lange dag wandelen en een eindje rondrijden kwamen we terecht bij de lokale Chinees, die 1 straat van ons huisje zat. Hij prees zichzelf aan als de enige Chinees van het eiland. Maar wij denken dat hij uit China verbannen was, omdat hij de enige Chinees was die niet kon koken. Elke reis hebben we zo’n dag er tussen zitten dat we gewoon een miserabele maaltijd hebben, nou dit was er zo een. Eigenlijk zagen we het al toen we er voor stonden, de keuze was afhalen of in een vreemd steegje aan een picknicktafel zitten (dat heette dan in het restaurant eten). Het zag er allemaal al wat groezelig uit, van die half vergane uithangborden en de kok zelf zat treurig voor zijn deur in een plastic stoeltje. Maar goed, hij was vriendelijk, we waren moe en hadden honger en we hadden nog stille hoop dat als er geen aandacht aan het interieur wordt besteed dat alle aandacht dan misschien wel naar de kwaliteit van het eten zou gaan. Maar nee, het was een treurige smakeloze bende opgewarmde diepvrieszooi. We waren blij dat we tenminste ook ijsjes hadden meegenomen, zodat we nog een lekker toetje hadden. Het goeie nieuws is dat we er niet ziek van zijn geworden, dus het had veel erger gekund. :-)
We hebben wel een kleine slang gezien tijdens een wandeling naar een fort uit de tweede wereldoorlog (we hebben hem niet goed kunnen identificeren).
Uitzicht op Florence Bay.
Kijk uit malloot, een kokosnoot.
Er zitten ook reusachtige kwallen, blijkbaar. De stingers zijn wel heel giftig, en op verschillende plekken vind je azijndispensers of speciale netten waarbinnen je kunt zwemmen. Of je kunt snorkelen met een speciaal pak, die al je huid bedekt. Maar in principe zouden ze er nu niet meer moeten zitten. We hebben ze althans niet gezien of gevoeld.
Het snorkelen is verder leuk, maar niet spectaculair. Of we zijn te verwend, dat kan ook.
Arthurs bay.
Arthurs bay in panorama.
We blijven nog 2 nachten op dit relaxte eiland en vertrekken daarna naar Cairns. Daar blijven we 4 nachten en vervolgens gaan we nog een klein stukje noordelijker, voordat onze reis aan de oostkust van Australië ten einde komt. De tijd vliegt! Maar wij vliegen hierna eerst nog naar Darwin en genieten van elke seconde hier.